Beeldende vorming les 9 (Vivian)

Mijn stageschool is de Schakel in Leiderdorp. Ik loop hier stage samen met Lenneke Scholtes waarmee ik deze opdracht samen heb gedaan. Op deze school wordt elke week zo’n twee uur aan handvaardigheid en/of tekenen besteed. Het is regulier onderwijs en er wordt vaak bij lessen gebruik gemaakt van methodes al dan niet aangepast. Het ligt in een rustige wijk vlakbij sportpark de Bloemerd. Op onze school zijn relatief weinig allochtone kinderen.

BEVO Basisplan à Kubistisch portret
Groep 7B
Aantal leerlingen: 26
Opdracht
Beeldende probleemstelling:
Schilder een portret die er kubistisch uitziet zoals die van bijvoorbeeld Picasso. De kleuren mogen zelf uitgekozen worden. Het portret moet: hoekige vormen, verschillend kleurgebruik, ongelijke ogen
en grote neus hebben en donker omlijnd zijn.
Betekenis
Afbeelding op het platte vlak (2D):
Het thema is hoekige vormen. Deze opdracht is gebaseerd op de kunststroming van het kubisme en de schilderijen van Pablo Picasso.
Activiteiten
-          Uitleg: Presentatie met voorbeelden van kubistische portretten. Bijna alle kubistische portretten zijn op een zelfde soort manier opgebouwd. Zo hebben ze vaak verschillende kleuren en vlakken en hoekige vormen. De ogen zijn vaak niet op de zelfde hoogte en hebben de personen vaak een grote neus. We gaan proberen deze punten te verwerken in een eigen schilderij.
-          Voorbereiding: De kinderen pakken het materiaal. A3 vel, schetsblaadje A4, kwasten, verf, potlood, gum, potjes met water, bescherm materiaal.
-          Opdracht: De kinderen gaan aan de slag met hun portret.
-          Afsluiting: De kinderen ruimen zelf hun spullen op aan het einde van de les. Wanneer de schilderijen droog zijn kunnen ze worden opgehangen.
Vorm
In deze opdracht is het gebruik van vorm erg belangrijk. Ook moet er gebruik worden gemaakt van verschillende kleuren.
Materiaal
A4 en A3 papier, potlood, gum, kwasten, waterpotjes, verf, bescherm materiaal.
Beschouwing
Beschrijving beeldmateriaal:
De kinderen krijgen een Powerpoint te zien met daarin eerst 3 foto’s van schilderijen van Picasso.

Beschouwingsvragen:
Bij die schilderijen stel ik de volgende beschouwingsvragen:
     ·       Wat voor soort kunst is dit (ruimtelijk of plat vlak)
     ·       Wat wordt er uitgebeeld?
     ·       Waar denk je dat het van gemaakt is
     ·       Welke vormen zie je?
     ·       Wat valt je op aan deze afbeeldingen?
     ·       Als je let op de vormen, wat voor effect geeft dit op jou?

Hierna vertel ik nog iets over het beeldaspect vorm.
Werkwijze
De leerlingen gaan oefenen met het schilderen van een portret. Eerst gaan de kinderen experimenteren op A4 vel door een schets voor het portret te maken. Daarna gaan ze verder op A3 vel. Ook daar tekenen ze eerst met potlood het portret en pas daarna wordt er geverfd. 
Onderzoek
De kinderen onderzoeken hoe ze met bepaalde aspecten een portret kunnen schilderen die een kubistische uitstraling geeft.

Lesfasen

Organisatie
-          Powerpoint staat klaar op de computer
-          Expririmenteren: Schetspapier en potloden
-          Voor het portret: A3 papier, verf, kwasten, potjes water, beschermmateriaal.

Organisatievorm:
Op de instructietafel staan alle benodigde materialen. Bakjes verf worden gevuld voor de hele tafelgroep.

Beschouwingsmateriaal:
Powerpoint.
Oriëntatie
Ik start de Powerpoint op en vraag de kinderen of ze al iets weten van kubisme. (schilders, technieken, beeldaspecten etc.)
Ik vertel over het kubisme (rond jaren 20) en dat Picasso een kubistische schilder was. Ik stel de volgende vragen bij het kijken naar de eerste drie schilderijen:
Wat voor soort kunst is dit (ruimtelijk of plat vlak)
Wat wordt er uitgebeeld?
Waar denk je dat het van gemaakt is
Welke vormen zie je?
Wat valt je op aan deze afbeeldingen?
Als je let op de vormen, welk effect geeft dit op jou?

Hierna vertel in nog wat over het beeldaspect vorm. De vorm bepaald hoe iets overkomt op de mens. Zo kan de vorm het statisch maken of juist dynamisch. Realistisch of onrealistisch.

Opdracht instructie:
Ik neem de stappen van het maken van het schilderij met de kinderen door. (schets, -> verven, -> zwarte lijnen.)
Ik stel de eisen waaraan het schilderij moet voldoen. (krant onder het verven, gemengde kleuren, duidelijke vlakken, goede zwarte lijnen (niet te dik niet te dun), de andere punten in de Powerpoint.)
Uitvoering
De kinderen gaan aan de slag met het maken van een schets voor hun portret. Dit doen ze met grijs potlood zodat gummen mogelijk is en op een kleiner A4 vel.
Wanneer de schets klaar is moeten ze het komen laten zien en zeg ik of ze klaar zijn om te gaan schilderen. De kleuren mogen ze zelf uitkiezen.
Als ze klaar zijn met het schilderen mogen ze de vakken omlijnen met zwarte verf.
Nabeschouwing
Wanneer de kinderen denken dat ze klaar zijn moeten ze nog eens goed kijken naar hun eigen werk. Is alles netjes ingekleurd? Kan er nog iets worden verbeterd? Ze vragen aan de kinderen in hun groepje of ze nog tips hebben voor verbetering.

Wat is het door jouw gekozen onderwerp?
Kubistische portretten.

Waarom spreekt dit onderwerp jouw groep aan?
In deze opdracht krijgen ze veel vrijheid voor eigen fantasie. Toch is de opdracht zo opgezet dat ze bepaalde aspecten erin moeten verwerken en zo toch een houvast hebben om een begin te kunnen maken.

Welk beeldaspect komt aan bod?
Er wordt vooral gekeken naar het beeldaspect vorm. Compositie is ook een klein onderdeel van deze opdracht.

In hoeverre zijn de kinderen met dit beeldaspect bekend?
De kinderen hebben wel ooit van vorm gehoord, maar er nog nooit vanuit handvaardigheidsstandpunt gehoord of les gekregen over het beeldaspect vorm.

Wat zijn de materialen en gereedschappen waarmee gewerkt gaan worden?
In de experimentele fase wordt gewerkt met schetspapier (A4) en grijs potlood. Hierna gaan ze door op dik, stevig A3 papier en tekenen ze weer eerst met potlood het portret. Hierna gaan ze met verf aan de slag, hierbij hebben zo ook kwasten, waterpotjes en beschermmateriaal nodig.

Hoe vaardig zijn de kinderen hier al mee en hoeveel ervaring hebben ze?
De kinderen hebben minimaal wel één keer per jaar een les waarin geschilderd word.

Wat zullen de vaardigste leerlingen presteren?
De vaardigste kinderen zullen veel verschillende en gemengde kleuren gebruiken en kleinere vakjes maken dan de wat minder vaardige kinderen.

Wat de minst vaardigen?
De minst vaardigen zullen grote vlakken gebruiken en zo min mogelijk gemengde kleuren.

Welk werkproces gebruik je?
Ik maak gebruik van experimenteel en ontwerpproces. Eerst gaan de kinderen een schets maken (experimenteel), daarna gaan ze verder op het echte ontwerp en gaan ze zelf goed kijken of hun schilderij aan alle voorwaarden voldoet.

Welk beeldend probleem ligt aan de opdracht ten grondslag?
De kinderen gaan een kubistisch schilderij maken geïnspireerd door de schilderijen van Picasso en de andere kubistische schilders.

Hoe stuur je de leerlingen aan?
Ik noem een aantal punten die ik terug wil zien komen in de schilderijen en spreek goed af in welke volgorde ze aan de slag gaan.

Waar geef je ze de ruimte?
De kinderen mogen zelf bepalen welke kleuren ze gebruiken en van wie ze het portret gaan maken, welke kant hij/zij opkijkt en of het een man of een vrouw is.

Description: logootjeLESVOORBEREIDINGSFORMULIER
STUDENT                                                   PABOKLAS

STAGEBEGELEIDER                                                                 

STAGEGROEP: 6/7/8

LESACTIVITEIT
Beeldende Vorming
STAGESCHOOL

MENTOR
DATUM

LESDUUR 60+ min.

STARTPUNT VAN VOORBEREIDING
BEGINSITUATIE


Beeldend vermogen: Schilderen op platte vlak (2D).

Ontwikkelingsfase: Formele fase
LESDOEL(EN)

Beeldend doel: De kinderen maken een (zelf) portret gebaseerd op aspecten van kubistische portretten.

Technisch doel: Bij het portret wordt gebruik gemaakt van verf. Hierbij komen de beeldaspecten vorm en compositie aan bod.
EIGEN LEER-
DOEL(EN)

-


FASE
LEERACTIVITEIT
DID. WERKVORMEN
MATERIALEN
ORIENTATIE /
RECEPTIE

tijdsduur:
Beeldcultuur: Afbeelding op het platte vlak (2D)

Beeldbeschouwen: Kijk met de kinderen naar verschillende kubistische portretten. (bijvoorbeeld van Picasso). Stel hierbij beschouwingsvragen zoals:
Wat voor soort kunst is dit (ruimtelijk of plat vlak)
Wat wordt er uitgebeeld?
Waar denk je dat het van gemaakt is
Welke vormen zie je?
Wat valt je op aan deze afbeeldingen?
Als je let op de vormen, welk effect geeft dit op jou?
Ik vertel iets over het beeldaspect vorm.

Laat de kinderen zelf overeenkomsten tussen de schilderijen noemen.
Instructievorm,
Interactievorm.
Presentatie
UITVOERING/
PRODUCTIE

tijdsduur:

Beeldend probleem:
Schilder een portret die er kubistisch uitziet zoals die van bijvoorbeeld Picasso. De kleuren mogen zelf uitgekozen worden. Het portret moet: hoekige vormen, verschillend kleurgebruik, ongelijke ogen
en grote neus hebben en donker omlijnd zijn.

Beeldaspecten: Vooral beeldaspect vorm, hoekige statische vlakken. Ook compositie, Asymmetrische compositie.

Werkproces(sen):
Eerst wordt er een schets gemaakt op papier die moet voldoen aan de aspecten van de kubistische portretten. Hierna wordt deze op A3 vel heel licht opnieuw getekend zodat er nog overheen kan worden geschilderd. Daarna mag er worden geschilderd met verf op het A3 vel. Ook de zwarte lijnen worden met verf gedaan.



Instructie techniek:
Laat bij een voorbeeldschilderij de volgende technieken zien:
-De kinderen moeten hun portret asymmetrisch maken.
-De ogen zitten asymmetrisch.
-Maak gebruik van gemengde kleuren.
-Duidelijke vlakken. (asymmetrisch en hoekig/statisch)
-Zwarte lijnen. (niet te dik, niet te dun)
-Grote, opvallende neus.
Opdrachtvorm.
Beeldende middelen
AFSLUITING /
REFLECTIE

tijdsduur:

Presentatievorm: Expositie in de klas.

Nabeschouwing: De kinderen kijken kritisch naar hun werk. Ze mogen hun eigen werk beoordelen op basis van de rubric.

Beoordelingscriteria: (zie rubric)
Interactievorm.
Rubric


Beoordelingsmatrix

De resultaten:




Geen opmerkingen:

Een reactie posten